26 september

Met de impulsaanpak winkelgebieden van de Retailagenda ondersteunt het ministerie van EZK lokale projecten die de leegstaand in binnensteden terugdringen en het verblijfsklimaat verbeteren . Een prima initiatief, zeker nu de koopkracht van consumenten door de hoge inflatie duidelijk onder druk staat.
Begin september hebben de eerst 11 gemeenten in totaal  22 miljoen gekregen om hun winkelgebied of winkelstraat aan te pakken. Een belangrijk aspect van dit programma is ook, dat “de opgedane kennis en ervaringen gedeeld worden met andere gemeenten en private investeerders, zodat zij daar eventueel van kunnen leren”.
De brede opzet van dit programma – in totaal zijn er 4 subsidierondes zodat zo’n 50 winkelgebieden hieraan deel kunnen nemen – zal zeker garant staan voor interessante resultaten en ideeën om winkelgebieden aantrekkelijker te maken.

Wat hierbij vooral van belang is, is om ook nog even terug te kijken naar de situatie zoals die in deze gebieden de laatste jaren is ontstaan. Leegstand en een minder aantrekkelijk verblijfsklimaat ontstaan vooral als de verbinding tussen het winkelgebied en de consumenten in het verzorgingsgebied minder hecht wordt. Consumenten voelen zich als het ware minder “thuis” in hun winkelgebied, en stemmen met hun voeten. Bij de revitalisatie is het dan ook vooral van belang om ook deze verbinding tussen het winkelgebied en de belangrijkste doelgroepen in het verzorgingsgebied te herstellen. De onderstaande diagrammen laten bijvoorbeeld goed zien dat er duidelijke verschillen zijn tussen het consumentenprofiel in Den Helder, als we dit vergelijken met Hilversum. Beide gemeenten doen mee in de eerste ronde van deze impulsaanpak.

Bij de diagrammen: Voor elk van de 8 leefstijlen is de index ten opzichte van het landelijk gemiddelde weergegeven. Naarmate de index hoger is, is het aandeel van deze groep (veel) hoger dan gemiddeld in Nederland. Een lage index geeft aan dat deze leefstijlgroep juist minder voorkomt in vergelijking met de landelijke verhoudingen.

In de praktijk betekent dit, dat resultaten uit Den Helder wel interessant kunnen zijn voor plaatsen met een vergelijkbaar consumenten profiel zoals Hardenberg of Oldambt, waar de klantgroepen Oranje Geel en Lime ook meer dan gemiddeld aanwezig zijn. Gemeenten als Zeist of Bussum, kunnen in tegenstelling hiertoe weer veel meer leren van de resultaten uit Hilversum, waar juist meer consumenten zijn met een Aqua, Blauw of Paars klantprofiel wonen. Juist als het gaat om beleving en het creëren van een aantrekkelijk verblijfsgebied is het van belang om de aanpassingen ook goed af te stemmen op de wensen en behoeftes van de lokale consument!

Voor meer informatie over dit onderwerp kan je contact opnemen met André Doffer